24-10-2023

Verschrikking, chath חַת

En uw vrees (מוֹרָא) en uw verschrikking (חַת), zij over al het gedierte der aarde, en over al het gevogelte des hemels; in al wat zich op de aardbodem roert, en in alle vissen der zee; zij zijn in uw hand overgegeven.’ Genesis 9:2-3.

Verschrikking, chath חַת, is best een intens woord en ook precies zo bedoeld in deze bovenstaande Bijbeltekst. Niet maar gewoon het woord respect of ontzag en zelfs niet het woord angst, maar in de overtreffende trap: verschrikking. Dit is wat de dieren voor de mens zullen hebben.

Wij zijn in ons gezin allemaal dol op dieren en we hebben zo langzamerhand een heel circus aan katten, kippen, parkiet, vissen en hamsters. Ook zorgen we dat er altijd water in onze tuin is zodat alle vogels in de buurt kunnen drinken, niet alleen in de zomerhitte, maar ook verder het hele jaar door. Om dan te lezen dat de dieren verschrikt zijn voor de mens, dat vinden wij best lastig omdat wij zelf enorm genieten van alles wat aan komt lopen dat wij kunnen verzorgen.

Verschrikking is typisch iets van na de zondeval; vóór die tijd mocht Adam de beesten benoemen. Zonder twijfel had hij veel contact met hen, hij speelde waarschijnlijk met hen en genoot van hun aanwezigheid, net zoals wij in onze tijd met onze huisdieren. Let wel, niets at elkaar op in die tijd.

Het eerste dieroffer kwam nadat Adam en Chavah hadden gezondigd waardoor het licht, or אוֹר dat hen omstraalde, uitging, van hen afviel. Daardoor beseften ze plots dat ze naakt waren. God bracht opnieuw or aan bij hen, maakte huiden, or, עוֹר van dieren voor hen om zich mee te bekleden. Wat bij deze verwisseling zo opvalt als diepzinnigheid, is dat or אוֹר met een Aleph א, de letter die God Zelf representeert, wordt vervangen door or עוֹר met een ‘gewone’ Ajin ע. Gods licht was door de zonde van hen afgevallen, wat een ramp! Een dier moest nu geslacht worden om de huid… Wat dan ook weer diepzinnig is: Ajin ע betekent oog en ook al is het licht van hen afgevallen, Gods oog blijft op hen.

Zijn de dieren daarmee minder dan de mens? In ieder geval is het zo dat de offers zijn gebleven: immers is er een instelling gekomen waarbij reine dieren gebruikt zijn om geofferd te worden uit dankbaarheid of als schuldoffer etc. Niet toevallig heeft God Zelf uiteindelijk als Lam het ultieme offer gebracht (Filipenzen 2:6).

Het is opvallend dat onze Messias Jehoshua in de Bijbel alleen voor het Joodse volk bidt. Hij stuurt in Mattheus 15:21-28 zelfs de Syro-Fenicische vrouw weg met de woorden dat het eten dat voor de kinderen bestemd is, niet aan de honden mag worden gegeven en pas als zij met groot geloof op deze woorden reageert, krijgt zij naar dat geloof. Maar zelfs in deze geschiedenis lezen we niet dat Hij een gebed uitspreekt over haar situatie. Het is duidelijk nog niet de bedoeling dat Hij voor heidenen zou bidden, dit komt pas later bij de apostelen. Over de dieren wordt helemaal niets gezegd; nooit hebben we gelezen dat Hij dieren genas. Maar Hij geneest wel degelijk dieren!

Meermaals hebben we onder handoplegging gebeden voor de genezing van dieren en heeft God zo’n gebed verhoord: onze kat Vlekje had vanaf zijn geboorte diarree en daar was geen kruid tegen gewassen. Herhaalde bezoeken aan de dierenarts met verscheidene kuren mochten niet baten. Medicijnen die we uit Nederland lieten komen idem dito, werkelijk niets hielp en zo gingen we al meer dan een jaar door, van alles proberend met speciaal antiallergisch voer etc. De dierenarts zei nog: ‘Die wordt niet ouder dan anderhalf jaar.’ Tot ik (Karen) hem, ergens in de lente van 2017, weer zag aankomen met een besmeurd achterwerk en geestelijk verbolgen werd. Ik zette de kat op schoot met viezigheid en al en legde hem de handen op, ik stuurde de oorzaak van de diarree weg en vroeg God of Hij het dier wilde genezen omdat we zoveel van onze Vlekje houden. Twee weken na dat gebed stonden we gasten uit te zwaaien en Vlekje kwam aanlopen. Hij legde de meest perfecte drol voor mijn voeten, nam niet de moeite om deze te begraven en liep eigenwijs met zijn staart in de lucht weg. Hij heeft nooit meer diarree gehad. We zijn inmiddels ruim vier jaar verder en ik dank God dagelijks hiervoor. Nog heb ik de tranen in mijn ogen wanneer ik dit schrijf. Inmiddels is hij een lekkere gezellige theemuts, precies zoals een kat hoort te zijn in onze opinie en hij werd alweer acht jaar deze zomer. Zonder twijfel heeft God een wonder aan hem gedaan en hij wist het ook, anders was hij nooit die drol aan mijn voeten komen leggen!

En neem dan het prachtige Friese paard waar we voor baden, het had artritis en leed veel pijn. De dierenarts kon er niet veel meer aan doen en er kon uiteraard niet meer op het beestje gereden worden, tot groot verdriet van de eigenaresse. We baden tot God voor het dier onder handoplegging en het dier genas compleet. De dierenarts stond versteld. Inmiddels wordt er allang weer op gereden zonder een centje pijn. God houdt van mens en dier, dat is wel duidelijk. Het is niet raar om voor een dier te bidden. God maakte hen voordat Hij de mens maakte en Hij houdt van al Zijn schepselen, dus waarom zou Hij hen niet genezen als we Hem daarom bidden? Een dier zondigt niet en houdt zichzelf en anderen niets voor.

God spreekt vermanend tegen Jona in hfdst 4:11: ‘Waarom zou Ik dan geen medelijden voelen met die grote stad met meer dan 120.000 mensen, die zich nergens van bewust zijn, nog afgezien van al die onschuldige dieren?’

In Psalm 36:7b staat dat God mensen en beesten verlost. Dat is een heel sterke tekst, die laat zien dat God echt om elk dier geeft en graag verhoort wanneer we voor hun genezing bidden, Hij vindt daar niets raars aan.

En dan toch dat woord verschrikking, ja, het is waar dat ook onze dieren bij een onverwachte beweging van onze kant wegspringen, schuw reageren, hoe goed we hen ook kennen of denken te kennen. Wie de schitterende film ‘My octopus teacher’ (Netflix) gezien heeft, die kan dat beamen en zal net als wij versteld staan van de vriendschap en het vertrouwen die een mens kan opbouwen met nota bene een octopus. Bij het per ongeluk vallen van een lens, schrikt de octopus echter zo heftig dat het zich een week lang niet laat zien. Heel voorzichtig moet het vertrouwen daarna weer opgebouwd worden. Menigeen houdt het niet droog bij het zien van deze film, welke een zeldzaam document is over opbouwen van vriendschap met dit bijzonder intelligente dier.

In Jesaja 1:3a spreekt God over het rund en de ezel die hun baas en kribbe kennen, jáda יָדַע. Juist dit woord jáda is zo mooi in dit vers: kennen, bekennen is intieme relatie beleven met de ander. Hetzelfde woord wordt gebruikt waar Adam Chava bekent, oftewel haar heel intiem kent. Ook gebruikt God dit woord in Hosea 4:6: ‘Mijn volk gaat te gronde door gebrek aan kennis,’ aan intieme relatie dus. God wil echt gekend zijn door de mens, geliefd zijn. En met dit woord jáda bedoelt Hij dan ook dat de rund en de ezel hun eigenaar en huis kennen, liefhebben.

Verschrikking chath חַת komt maar vijf keer voor in de Bijbel. Het is afgeleid van het werkwoord chatath חַתַת, stuk, gebroken, verslagen, moedeloos zijn. Wanneer dit woord in de versterkte vorm wordt gebruikt (de pi’elvorm): chiteth חִתֵּת dan betekent het: (iemand) verschrikken. In 1 Samuel 2:4a wordt dit woord vertaald met breken: ‘De boog van de sterken is gebroken.’ Ook in Jesaja 7:8 heeft dit woord deze betekenis. In Jeremia 46:5 zijn het mensen die verschrikt zijn, maar in Job 41:24 gaat het weer over een dier en hier zien we de enige uitzondering die de regel bevestigt: er is maar één dier die geen schrik heeft voor de mens of voor wie dan ook op aarde en dat is de leviathan, de zeedraak, welke uitgebreid wordt beschreven in Job 40 en 41.

God zegt in deze Bijbeltekst dat de dieren in de hand van de mens zijn overgegeven. Dit is bijna moeilijk te geloven als we te maken krijgen met een leeuw, tijger of haai voor wie wij zelf liever op de loop gaan :-), maar toch is het waar. Hoe groot is dus de verantwoordelijkheid die wij hebben ten opzichte van de dieren, die deels afhankelijk zijn van het handelen van de mens. Of het nu gaat om de bomenkap in Zuid-Amerika, waardoor vele dieren hun habitat kwijtraken, of dat het nu gaat over het vee dat graan gevoerd wordt om ze vetter te maken voor de slacht, in plaats van ze het gras te geven wat ze van nature eten. We mogen dieren niet uitbuiten, maar helaas gebeurt dit wel op grote schaal in de hele wereld en dan heb ik het nog niet eens over de enorme overbevissing. Het gaat hier niet alleen over de schrik die er van nature is voor de mens, maar ook nog eens om het uitbuitend handelen van de mens om het erger te maken.

Het mooiste voorbeeld waar God een dier gebruikt om de mens iets aan het verstand te peuteren – en daar besluit ik dit artikel mee – is ongetwijfeld de ezelin van Bileam, die in Numeri 22 zelfs spreekt tegen haar meester omdat haar ontzag voor de engel des Heeren toch groter is dan haar schrik voor de mens. De engel des Heeren komt in deze geschiedenis voor haar op en zegt zelfs: ‘Maar de ezelin heeft mij gezien en driemaal is ze voor mij uitgeweken. Als ze niet voor mij was uitgeweken, zou ik u nu zeker hebben gedood, maar haar zou ik hebben laten leven.’ Hieruit blijkt dat de ezelin ten eerste meer zag dan haar berijder- zij zag de engel immers wél- en dat zij ten tweede door hem in het gelijk wordt gesteld, wat toch echt uniek te noemen is. Op dat moment weet het dier het beter dan haar baas en mag ook zijn respect verdienen, zoals in feite alle dieren ons respect mogen verdienen, ze zijn tenslotte zoals gezegd eerder door God geschapen dan de mensen.